opvulsel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·vul·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opvulsel opvulsels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het opvulselo

  1. materiaal waarmee je iets vol kan maken zonder dat dit materiaal erg waardevol of belangrijk is vaak in figuurlijke zin gebruikt
    • Ik denk dat het vooral komt doordat in het deel over Wessel tamelijk veel ’opvulsel’ zit, zoals de al genoemde vergaderingen.[2] 
    • De bokspartijtjes in Arms zijn leuk en uitdagend, maar spelvarianten als volleybal en basketbal kunnen minder boeien. Ze voelen als opvulsel.[3] 
    • Sommige hespen in de Belgische supermarkten bevatten zoveel additieven en ‘opvulsel’ dat ze buiten de wettelijke definitie van gekookte ham vallen.[4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen