Naar inhoud springen

opendoen

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 14 jun 2019 om 04:31 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • open·doen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opendoen
deed open
opengedaan
onregelmatig volledig

Werkwoord

opendoen

  1. overgankelijk een afsluiting ongedaan maken
    • Hij had de deur opengedaan. 

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be