onveiligheid
Uiterlijk
- on·vei·lig·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onveiligheid | onveiligheden |
verkleinwoord | - | - |
de onveiligheid v
- het onveilig zijn
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord onveiligheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.