onveiligheidsgevoel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onveiligheidsgevoel (hulp, bestand)
- IPA: /ɔɱˈvɛiləɣhɛitsɣəˌvul/
Woordafbreking
- on·vei·lig·heids·ge·voel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van onveiligheid en gevoel met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onveiligheidsgevoel | onveiligheidsgevoelens |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het onveiligheidsgevoel o
- verwachting dat men door misdaad of ander onheil kan worden getroffen
Gangbaarheid
- Het woord onveiligheidsgevoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.