ontwapenend

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ontwapenend    (hulp, bestand)
• IPA: / ɔntˈwapənənt / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• ont·wa·pe·nend

Werkwoord

vervoeging van:	ontwapenen
verbogen vorm:	ontwapenende

ontwapenend

1. onvoltooid deelwoord van ontwapenen

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	ontwapenend	ontwapenender	ontwapenendst
verbogen	ontwapenende	ontwapenendere	ontwapenendste
partitief	ontwapenends	ontwapenenders	-

Bijvoeglijk naamwoord

ontwapenend

1. zo vriendelijk en onschuldig dat alle boosheid verdwijnt

   • Hoe anders was het vanavond. Poldervaart is de ontwapenende trainer van een fris Excelsior, Buijs zag de steun voor hem alsmaar meer afbrokkelen.  
   • Britt Dekker heeft vandaag de taak om de genomineerden en genodigden op te vangen op de rode loper voor de deur van het Amsterdamse AFAS Live. De ontwapenende blondine presenteert De rode lopershow met Frits Sissing, die het gala in 2006 en 2007 presenteerde.  
   • Stephens stal in New York de harten van het Amerikaanse sportpubliek door haar ontwapenende en humoristische optredens rond de partijen.  

Synoniemen

• vriendelijk, onschuldig

Vertalingen

    1. zo vriendelijk en onschuldig dat alle boosheid verdwijnt   

Engels: disarming (en)

Gangbaarheid

• Het woord ontwapenend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.