ontogenese
Uiterlijk
- Geluid: ontogenese (hulp, bestand)
- on·to·ge·ne·se
- In de betekenis van ‘ontwikkeling van een levend wezen’ voor het eerst aangetroffen in 1918 [1]
- afgeleid van genese met het voorvoegsel onto- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontogenese | - |
verkleinwoord | - | - |
de ontogenese v
- (biologie) ontwikkelingsgeschiedenis van een levend wezen vanaf de eicel tot de volwassen toestand
1.
- Het woord ontogenese staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontogenese" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "ontogenese" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ontogenese op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be