ondervacht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·vacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ondervacht ondervachten
verkleinwoord ondervachtje ondervachtjes

Zelfstandig naamwoord

de ondervachtv / m

  1. (zoötomie) het deel van de vacht die het dichtst bij de huid ligt en bestaat uit korte vettige haren
    • Wetenschappers zijn nog druk doende de mammoet te onderzoeken. Ze denken dat het dier in de zomer is gestorven omdat veel van zijn ondervacht te zien is. Het dier wordt vernoemd naar zijn ontdekker. [2] 
    • Van deze vossensoort is bekend dat ze door een genetische mutatie soms geen bovenvacht hebben. Het unieke van het in Limburg gevonden diertje is, dat hij evenmin een ondervacht heeft. Verschillende wetenschappelijke instellingen hebben dan ook hun interesse getoond voor het dna-materiaal van de vos, schrijft het natuurhulpcentrum op zijn website. [3] 
Antoniemen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen