ondertrouwen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ondertrouwen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• on·der·trou·wen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  onder  en  trouwen 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
ondertrouwen	ondertrouwde	ondertrouwd
zwak -d	volledig

Werkwoord

ondertrouwen

1. zich vastleggen om te gaan trouwen, zich verloven

Vertalingen

    1.   

Spaans: desposarse (es) (Contraer esponsales)

Zelfstandig naamwoord

de ondertrouwen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ondertrouw

Gangbaarheid

• Het woord ondertrouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.