Naar inhoud springen

onbegrip

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 19 mei 2017 om 11:53 (→‎top: prevalentie-informatie met AWB)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·grip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onbegrip -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

onbegrip o

  1. het onvermogen om iets of iemand te begrijpen
    • We vonden het erg naar dat hij zoveel onbegrip toonde. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be