onbeantwoord

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·ant·woord
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen onbeantwoord
verbogen onbeantwoorde
partitief onbeantwoords

Bijvoeglijk naamwoord

onbeantwoord [1]

  1. geen antwoord gekregen hebben of gestuurd hebben
    • Op zijn bureau lagen nog veel onbeantwoorde brieven. 
  2. van een liefde: dat je verliefd op iemand bent die niet verliefd op jou is
    • De jonge man leed zeer onder de onbeantwoorde liefde die hij voelde voor het mooie meisje. 
  3. van een probleem: dat er nog geen oplossing voor is gevonden
    • Hoe het nu verder moet met de kunstgrasvelden is een nog onbeantwoorde vraag. 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen