onbeantwoord
Uiterlijk
- on·be·ant·woord
- Naamwoord van handeling van beantwoorden met het voorvoegsel on-
stellend | |
---|---|
onverbogen | onbeantwoord |
verbogen | onbeantwoorde |
partitief | onbeantwoords |
onbeantwoord [1]
- geen antwoord gekregen hebben of gestuurd hebben
- Op zijn bureau lagen nog veel onbeantwoorde brieven.
- van een liefde: dat je verliefd op iemand bent die niet verliefd op jou is
- De jonge man leed zeer onder de onbeantwoorde liefde die hij voelde voor het mooie meisje.
- van een probleem: dat er nog geen oplossing voor is gevonden
- Hoe het nu verder moet met de kunstgrasvelden is een nog onbeantwoorde vraag.
- [3] onopgelost, onbeslist
- Het woord onbeantwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onbeantwoord" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be