omzweven
Uiterlijk
- om·zwe·ven
- samenstelling van om bw en zweven ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omzweven |
omzweefde |
omzweefd |
zwak -d | volledig |
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omzweven |
zweefde om |
omgezweefd |
zwak -d | volledig |
omzweven [1]
- onovergankelijk zwevend omgeven
- overgankelijk ergens rondom heen zweven [2]
- Het woord omzweven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "omzweven" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Onovergankelijk werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 63 %
- Prevalentie Vlaanderen 57 %