noordgrens
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: noordgrens (hulp, bestand)
Woordafbreking
- noord·grens
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van noord bw en grens zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noordgrens | noordgrenzen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- de grens aan het noorden van een gebied
- Wethouder Pieter Litjens (verkeer): "De IJzijde van CS is getransformeerd van no-go area tot een prachtige verbinding met Amsterdam Noord. Vijftien jaar geleden had niemand kunnen denken dat dit een prettige, drukke en levendige plek zou zijn met winkels, restaurants en reizigers. Met een wandelboulevard zie je beter dan ooit dat het IJ niet de noordgrens is van Amsterdam, maar midden door de stad loopt."[1]
- Vooral vanuit Brussel, waar vele honderden verslaggevers zijn gestationeerd bij de EU, trekken journalisten deze weken massaal de Belgische noordgrens over. Reportages komen vooral uit Limburg, Almere en Volendam, alles is gericht op de PVV.[2]
Antoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord noordgrens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Het Parool northerner Amsterdam bouwt megafietsenstalling in het IJ
- ↑ de Telegraaf RUUD MIKKERS 08 mrt. 2017 Wilders lokt buitenlandse pers naar Nederland