noordelijke geelschildboktor
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- noor·de·lij·ke geel·schild·bok·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | noordelijke geelschildboktor | noordelijke geelschildboktorren |
verkleinwoord | noordelijk geelschildboktorretje | noordelijke geelschildboktorretjes |
Zelfstandig naamwoord
de noordelijke geelschildboktor v / m
- (kevers) Monochamus urussovii een keversoort uit de familie van de boktorren (Cerambycidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd in 1806 door Fischer-Waldheim
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'noordelijke geelschildboktor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.