boktorren
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- bok·tor·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boktorren | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de boktorren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord boktor
- meervoudsvorm als officiële benaming (kevers) Cerambycidae een familie uit de orde kevers
Hyperoniemen
- [2] kevers, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] aardbok, alpenboktor, beemdkroonboktor, behaarde borstelboktor, bloedrode smalboktor, bonte borstelboktor, bonte ribbelboktor, bruine grootoogboktor, bruine soldaatboktor, dennen-geelschildboktor, dennensmalboktor, doffe dubbeloogboktor, dwarsvlek-wespenboktor, eiken-bloesemboktor, eiken-ruigsprietboktor, eikenboktor, eikenwespenboktor, elzenboktor, essendwergboktor, geelkop-smalboktor, geelpoot-smalboktor, geelzwarte ribbelboktor, gele wespenboktor, gerimpelde metaalboktor, geringelde smalbok, getailleerde boktor, gevlekte smalboktor, gewone bloesemboktor, gewone borstelboktor, gewone distelboktor, gewone dubbeloogboktor, gewone dwergboktor, gewone smalboktor, glanzende lindenboktor, grijze bloesemboktor, grijze ribbelboktor, grijze schorsboktor, groene kruidenboktor, grote populierenboktor, grote ribbelboktor, grote timmerman, grote wespenboktor, grote zwarte smalboktor, gulden bloesemboktor, harlekijnboktor, hazelaarboktor, heldenbok, houtwespboktor, huisboktor, ingekeepte smalboktor, Japanse geelschildboktor, kale borstelboktor, kleine kortschildbok, kleine nevelvlekboktor, kleine populierenboktor, kleine wespenbok, kleine zwarte smalboktor, kommawespenboktor, korte smalboktor, kortsprietboktor, ladderboktor, lariksdubbeloogboktor, lederboktor, loofhoutboktor, loofkortschildboktor, loofreuzenboktor, manden-kortschildboktor, mandenboktor, mierenboktor, muskusboktor, nevelvlekbok, noordelijke geelschildboktor, oogvlekboktor, Oost-Aziatische boktor, paarse metaalboktor, rode schouderboktor, rode soldaatboktor, roodblauwe smalboktor, ruitvlek-smalboktor, schouderboktor, slangenkruidboktor, slanke schouderboktor, slanke smalboktor, sparrenboktor, timmerboktor, twijgenboktor, veranderlijke boktor, vuurboktor, weverbok, wortelboktor, zesvlek-smalboktor, zuidelijke halmboktor, zwarte grootoogboktor, zwarte knotsdijboktor, zwartkruin-borstelboktor, zwartstreepsmalbok, zwarttip-smalboktor
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord boktorren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Kevers in het Nederlands
- Insecten in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal