nieuwsjager

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nieuws·ja·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nieuwsjager nieuwsjagers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

nieuwsjager m

  1. een wel heel erg fanatieke journalist
    • Mist Boulevard een nieuwsjager? Ongetwijfeld weten Beau en Luuk ook zonder kookwekker wanneer de pasta beetgaar is, maar hebben zij ook de ijzeren wil om bekende Nederlanders telefonisch het mes op de keel te zetten en de naam van een nieuwe geliefde, baby of ernstige ziekte te ontfutselen? [1] 
    • Recent hield 112-fotograaf en nieuwsjager Jack Huygens (49) uit Hengelo het hoofd koel bij een brand in Hengelo. Zo dicht op het nieuws zat hij ook bij de vuurwerkramp. "We hadden destijds de keuze al gemaakt er een einde aan te maken." [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Het Parool HAN LIPS 31 AUGUSTUS 2016 De verschrikkelijke Verlinde was toch een vals-geestig ankerpunt
  2. Tubantia Ron Hemmink 29-10-17 Deze 5 verhalen uit de regio raakten inwoners van Twente massaal
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be