newbie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • new·bie
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord newbie newbies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de newbiev / m

  1. persoon die zonder ervaring aan iets nieuws begint
     Als newbie in de moestuinwereld is het soms verleidelijk om terug te grijpen naar kant-en-klaarpakketjes in verschillende winkels en supermarkten. Maar is dat niet te mooi om waar te zijn, zo'n bloempot die zelfs de leken in enkele weken tijd een tomatenplant in één pot belooft?[1]
  2. (pejoratief) nieuweling op het internet
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Nina Dillen
    “Deze groenten kan je nu al zaaien in je tuin” (07-04-2018), Tubantia