neusmonster

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neus·mon·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord neusmonster neusmonsters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het neusmonstero

  1. (medisch) kleine hoeveelheid neusslijmvlies die men met een wattenstaafje afneemt voor chemisch en/of biologisch onderzoek
    • Zijn teamarts, Gee van Enst, nam bij de Gelderlander een neusmonster af, waarna een koerier van TNT amper een uur later met dat materiaal naar het internationale vliegveld van Calgary vertrok. Na een dag lag het monster in Zwolle. Uit een eerste analyse bleek vervolgens dat Groothuis geen virus onder de leden had, waardoor Van Enst wist dat het risico van verspreiding van de ziekte uitgesloten was. [1]
    • Bij een klein deel van de patiënten met IAZ wordt [sic!] een neusmonster en een keelmonster onderzocht op de aanwezigheid van influenzavirussen. [2]

Gangbaarheid

Verwijzingen