negenhonderdeneenentwintig

Nederlands

0	9	2	1

negenhonderdeneenentwintig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  negenhonderdeneenentwintig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌneɣə(n)ˌhɔndərtɛnˈenənˌtwɪntəx / (9 lettergrepen)

Woordafbreking

• ne·gen·hon·derd·en·een·en·twin·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  negenhonderd ht,   en vw  en  eenentwintig ht 

Hoofdtelwoord

negenhonderdeneenentwintig

1. "921", langere vorm van negenhonderdeenentwintig, negenhonderd plus eenentwintig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft negenhonderdeneenentwintig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot negenhonderdeneenentwintig. 

Synoniemen

• negenhonderdeenentwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "negenhonderdeneenentwintig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• negenhonderdeneenentwintigste

hooftelwoord samengesteld met "negenhonderdeneenentwintig" ht als linkerdeel

• negenhonderdeneenentwintigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'negenhonderdeneenentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.