neetoor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- neet·oor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van neet zn en oor [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neetoor | neetoren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (scheldwoord) bedillerig, vitziek, ontevreden persoon
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord neetoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "neetoor" herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
23 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ neetoor op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be