nederig
Uiterlijk
- ne·de·rig
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘ootmoedig’ voor het eerst aangetroffen in 1562 [1]
- Afleiding van neder (laag, niet verheven) met het achtervoegsel -ig.
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | nederig | nederiger | nederigst |
| verbogen | nederige | nederigere | nederigste |
| partitief | nederigs | nederigers | - |
nederig
- een onderdanige houding aannemend
- Hij maakte een buiging als een nederige dienaar.
- ▸ `Ik weet het; zei de majordomus. 'Het was ijdele hoop dat dit u zou ontgaan. Ik vraag u met klem de grootmoedigheid op te brengen om mijn nederige excuses te aanvaarden. Deze uit de toon vallende decoratie is het jammerlijke gevolg van het enthousiasme van de nieuwe eigenaar.'[2]
- ▸ Blijf je hele leven lang leren, zo blijf je nederig, leergierig en niet arrogant.[3]
- Het woord nederig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nederig" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 97 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "nederig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers
, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16 - ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers

- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Achtervoegsel -ig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %