nederigheid
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nederigheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ne·de·rig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nederigheid | nederigheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
nederigheid v
- het aannemen van een houding waarbij geen aanspraak gemaakt wordt op macht of eer
- Zijn nederigheid doet bijna vergeten wat een groot kustenaar hij in werkelijkheid is.
- ▸ Er viel hierboven niks te faken of te bluffen, de bergen dwongen me om hen met respect en nederigheid te bejegenen.[1]
Vertalingen
1. het aannemen van een houding waarbij geen aanspraak gemaakt wordt op macht of eer
Gangbaarheid
- Het woord nederigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "nederigheid" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be