nag
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nag
Werkwoord
vervoeging van |
---|
naggen |
nag
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naggen
- Ik nag.
- gebiedende wijs van naggen
- Nag!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naggen
- Nag je?
Gangbaarheid
- Het woord nag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Afrikaans
Uitspraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nag | nagte |
Zelfstandig naamwoord
nag
Afgeleide begrippen
Engels
Werkwoord
nag
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met IPA-weergave
- Woorden in het Afrikaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 3
- Werkwoord in het Engels