mrkat
Uiterlijk
- IPA: /mr̩kat/
- mr·kat
mrkat imperfectief
- knipperen; snel openen en sluiten, met name van de ogen
- (spreektaal) kijken
- knipperen; snel aan- en uitgaan van een licht
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
eerste persoon | mrkám | mrkáme | |
tweede persoon | informeel | mrkáš | mrkáte |
formeel | mrkáte | ||
derde persoon | mrká | mrkají |
- Oude schrijfwijze: mrkati imperfectief