misgrijpen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mis·grij·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
misgrijpen
greep mis
misgegrepen
klasse 1 volledig

Werkwoord

misgrijpen [1]

  1. inergatief een mislukte poging doen iets te grijpen
    • Hij trachtte erger te voorkomen, maar hij greep mis. 
Vertalingen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
misgrijpen
misgreep
misgrepen
klasse 1 volledig

Werkwoord

misgrijpen [2]

  1. zich vergrijpen
    • Men kan zich hieraan makkelijk misgrijpen 

Gangbaarheid

Verwijzingen