menhir
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- men·hir
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorhistorische zuil’ voor het eerst aangetroffen in 1909 [1]
- uit het Frans [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | menhir | menhirs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (geschiedenis) grote prehistorische stenen zuil uit Bretagne
- Vlakbij in Wéris kun je mooie wandelingen maken langs millennia oude menhirs en dolmens. Wie er het bos in trekt, passeert langs het ‘bed van de duivel’ en de ‘steen van de gebochelde pastoor’ boven op de heuvel. In het Megalietenmuseum vind je alle wandelkaarten.[4]
- Het is verboden buiten de paden te treden bij Stonehenge. Reizigers die een Magical Tour hebben geboekt, mogen dat lekker wel. Ze mogen zelfs - 's ochtends vroeg of 's avonds laat - tussen die raadselachtige stenen door lopen. Hoe hebben ze dat duizenden jaren geleden toch voor elkaar gekregen? Dit is een van de hoogtepunten van de Engelse Sterrenweg, een spirituele reis door het land van de druïden. Engeland ligt - zo meldt deze organisator - langs een van de energiebanen in Europa die in de prehistorie als oude pelgrimsroute fungeerden. Deze reis gaat van Stonehenge via Glastonbury tot de Adelaarspiek en is een magische aaneenschakeling van mystieke plaatsen, steencirkels en menhirs. [5]
Synoniemen
Vertalingen
1. (geschiedenis) grote prehistorische stenen zuil uit Bretagne
Gangbaarheid
- Het woord menhir staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "menhir" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "menhir" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ menhir op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard ZATERDAG 10 JUNI 2017
- ↑ Tubantia Xandra van Baarle 12-01-2017
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be