medicijngebruik

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·di·cijn·ge·bruik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord medicijngebruik
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het medicijngebruiko

  1. het innemen van geneesmiddelen
     Volgens Ruud Coolen van Brakel, directeur van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik, zijn lagere prijzen goed denkbaar. "De laatste keer dat de prijzen van het geneesmiddelenvergoedingssysteem zijn berekend, was in 1998. Dus dat was aan vernieuwing toe. Toen bleek ook dat bepaalde fabrikanten hun prijzen verlaagden", zegt hij in het NOS Radio 1 Journaal.[1]
    • Onderzoek van de Universiteit Twente wees uit dat de Geluksroute in Almelo leidde tot minder medicijngebruik en artsenbezoek bij een kwart van de deelnemers. Daarnaast ervoeren zeven op de tien deelnemers meer plezier in hun leven en nam het welbevinden bij alle deelnemers met 40 procent toe.[2] 
    • Artsen en apothekers hebben regelmatig geen idee wat voor medicijnen hun patiënten gebruiken. Het overzicht dat de arts of apotheker van het medicijngebruik heeft, klopt een op de drie keer niet met de gegevens van de patiënt. Dat blijkt uit een dinsdag gepubliceerde meldactie van patiëntenfederatie NPCF. [3] 
     Ook vermoedt de officier van justitie dat zijn drugs- en medicijngebruik aan zijn psychoses kan hebben bijgedragen.[4]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Minister hoopt dat farmaceuten medicijnen goedkoper maken, maar kan dat wel?” (28-01-2020), NOS
  2. de Telegraaf 27 jul. 2017
  3. Tubantia 22-03-11 Arts heeft geen idee medicijngebruik patiënt
  4. Bronlink Weblink bron “Openbaar Ministerie wil moordverdachte Thijs H. opnieuw verhoren” (17-12-2019), NOS