marjoleinbekje

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • mar·jo·lein·bek·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord marjoleinbekje marjoleinbekjes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het marjoleinbekjeo dim. tant.

  1. (bloemplanten) Chaenorhinum origanifolium op Wikispecies een kruidachtige plant die voornamelijk in het westelijk Middellandse Zeegebied voorkomt. Het marjoleinbekje wordt in België en Nederland ook als rotsplant aangeplant en kan ook op oude muren worden aangetroffen
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie