marinestaf
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: marinestaf (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ma·ri·ne·staf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marinestaf | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de marinestaf m
- (militair) leiding van de zeemacht
- ▸ Op 12 augustus moet de Lobelia ter plaatse zijn. De opdracht voor de kust van Libië loopt in eerste instantie tot eind september, maar zal volgens de marinestaf mogelijks met een paar maanden verlengd worden.[2]
- ▸ Op het ogenblik ging de marinestaf ervan uit dat sabotage de enige verklaring was van wat er had plaatsgevonden.[3]
Gangbaarheid
- Het woord 'marinestaf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron bpr“Mijnenjager Lobelia vertrokken naar de kust van Libië” (01/08/2011), De Standaard
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142