maken wijs
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maken wijs (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmakə(n) ˈwɛis / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ma·ken wijs
Woordherkomst en -opbouw
- uit maken (werkwoord) en wijs (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wijsmaken |
maken (…) wijs
- meervoud tegenwoordige tijd van wijsmaken
Gangbaarheid
- Het woord maken wijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.