magister

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  magister    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ma·gis·ter

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	magister	magisters
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

magister m

1. meester, middeleeuwse academische graad, praktisch hetzelfde als doctor

Afgeleide begrippen

• magistraal

Vertalingen

    1.   

Engels: master (en)

Gangbaarheid

• Het woord magister staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "magister" herkend door:

86 %	van de Nederlanders;
73 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.