machorka
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·chor·ka
Woordherkomst en -opbouw
- via Duits Machorka of direct van Russisch махорка, vermoedelijk onder invloed van мох (moch) "mos" verbasterd uit амерфо́ртский (amerfórtskij) "Amersfoorts", omdat vroeger in Amersfoort veel tabak werd geproduceerd [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | machorka | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het machorka o
- wilde tabak met lage kwaliteit als rookwaar
- ▸ In Kolyma kun je ook zo wel rijk worden. De snelverdiende roebel: een hoog salaris, het poolrantsoen, de extra toeslagen, dat is één manier. De handel in machorka en thee is een tweede manier.[2]
Opmerkingen
- Vooral gebruikt in de tijd van de Tweede Wereldoorlog, toen goede tabak schaars was geworden. [3]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'machorka' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ machorka op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Varlam Sjalamov (vert. Marja Wiebes & Margriet Berg)Drie verhalen uit Kolyma in: Raster. Nieuwe reeks., jrg. 2005 110 (2005), De Bezige Bij, Amsterdam, ISBN 9023418077, p. 146 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
- ↑ Weblink bron G. L. van Lennep“Waarin... Van Pitto tot Roodpunt” (8 december 1979) op nrc.nl