maatlat

Nederlands

[1] rechte stok met een maatverdeling

Uitspraak

• Geluid:  maatlat    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• maat·lat

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  maat zn  en  lat zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	maatlat	maatlatten
verkleinwoord	maatlatje	maatlatjes

Zelfstandig naamwoord

de maatlat v / m

1. rechte stok met een maatverdeling
2. lijst met eisen

   ▸ Dat de wijk bijzonder is, wisten ze in Hengelo al. Het Oversticht heeft de wijk Klein Driene langs de architectonische maatlat gelegd. De welstandsorganisatie hoopt dat het straks net zo mooi wordt als vijftig jaar geleden, toen er zelfs ansichtkaarten waren van Klein Driene.

   ▸ De stal, voor 160 melkkoeien, voldoet aan de Maatlat Duurzame Veehouderij.

   ▸ Het voorstel is dat alle veehouders die nog willen uitbreiden vanaf september moeten voldoen aan extra eisen die nog moeten worden opgesteld in een zogenoemde maatlat.

Synoniemen

• [1] liniaal, meetlat
• [2] checklist

Vertalingen

    1. meetlat   

Engels: measuring rod (en), ruler (en)

Gangbaarheid

• Het woord maatlat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maatlat" herkend door:

66 %	van de Nederlanders;
55 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.