maarschalksstaf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

maarschalksstaf
Uitspraak
Woordafbreking
  • maar·schalks·staf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maarschalksstaf maarschalksstaven
verkleinwoord maarschalksstafje maarschalksstafjes

Zelfstandig naamwoord

de maarschalksstafm

  1. (militair) teken van waardigheid voor een maarschalk
     Bij Krasnoje werden zesentwintigduizend mannen gevangengenomen, werden honderden kanonnen en een of andere stok, die de maarschalksstaf werd genoemd, buitgemaakt, en er werd over gediscussieerd wie zich daar het meest had onderscheiden, en ze waren tevreden, al betreurden ze het wel dat Napoleon of tenminste een andere held of maarschalk niet gevangen was genomen, en ze gaven elkaar en in het bijzonder Koetoezov daarvan de schuld.[2]
     De expositie is gevarieerd. Zij vertelt niet alleen het verhaal van Willems schilderijen, maar laat ook veel zien over de koning zelf. Zo toont het museum een aantal belangrijke andere bezittingen van Willem II en zijn vrouw. Dat varieert van de kleding die hij droeg bij zijn inhuldiging en zijn maarschalksstaf tot een kruisbeeldje met Christus van de zeer gelovige –Russisch-orthodoxe– Anna Paulowna.[3]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2022 Weblink bron
    Wim Hulsman
    “Expositie Dordrecht toont deel kunstverzameling koning Willem II” (10 maart 2014), Reformatorisch Dagblad