maandenlang

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  maandenlang    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• maan·den·lang

Woordherkomst en -opbouw

• samenvoeging van maand en lang met het invoegsel -en-

	stellend
onverbogen	maandenlang
verbogen	maandenlange
partitief	maandenlangs

Bijvoeglijk naamwoord

maandenlang

1. Iets met een tijdsduur van maanden.

Gangbaarheid

• Het woord maandenlang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maandenlang" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.