maakkans
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- maak·kans
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van maken ww en kans zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maakkans | maakkansen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (sport) de kan om een contract te halen bij het bridgen
Gangbaarheid
- Het woord maakkans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maakkans" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Kees Tammens“Wereldhegemonie nog buiten bereik” (21 november 2009), de Volkskrant
- ↑ Weblink bron Kees Tammens“carrousel cup naar italiaanse-junioren” (3 april 2010), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be