luisterspel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

luisterspelacteurs in een luisterspelstudio
Uitspraak
Woordafbreking
  • luis·ter·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luisterspel luisterspelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het luisterspelo

  1. een verhaal met tekst, muziek en geluidseffecten, maar zonder beeld
    • De opkomst van het luisterboek blies het oude genre nieuw leven in. In 2004 begon De Hoorspelfabriek met de productie van cd’s waarop literaire werken, ingekort en gedramatiseerd, als luisterspel of ‘audiofilm’ werden opgevoerd.[2] 
  2. het geluid van een voorstelling waar je ook naar kunt kijken
    • De amateurspelers maakten er weer een prachtig schouw- en luisterspel van. De sketches werden weer afgewisseld door alleraardigste zangnummers, begeleid door een orkest en eigen balletgroep.[3] 
    • Lieke Benders heeft met Van Leeuwen - haar favorieten auteur met wie de theatermaakster eerder het bekroonde niet wiet, wel nel (6) maakte - een mooi kijk- en luisterspel gemaakt.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Ger Groot 18 juni 2010
  3. Tubantia 23-NOVEMBER-16
  4. Volkskrant Annette Embrechts 9 september 2016
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be