luist in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • luist in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inluizen

luist (…) in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inluizen
    • Jij luist in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inluizen
    • Hij luist in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inluizen
    • Luist in! 

Gangbaarheid