Naar inhoud springen

loszinnig

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 7 mei 2017 om 20:54 (→‎top: prevalentie-informatie met AWB)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • los·zin·nig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van los en zin met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen loszinnig loszinniger loszinnigst
verbogen loszinnige loszinnigere loszinnigste
partitief loszinnigs loszinnigers -

Bijvoeglijk naamwoord

loszinnig

  1. lichtzinnig, niet doordacht
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be