lori
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lo·ri
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘halfaap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
- Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘papegaaiachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1682 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lori | lori's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- lid van een familie van kleine papegaaien
- lid van een Aziatische onderfamilie van halfapen
Hyponiemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord lori staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 "lori" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ lori op website: Etymologiebank.nl
- ↑ lori op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Welsh
enkelvoud | meervoud |
---|---|
lori | lorïau |
Zelfstandig naamwoord
lori v
Verwijzingen
- Lori. (n.d.) In Geiriadur Ar-lein Cymraeg-Saesneg / Saesneg-Cymraeg.