loop ski
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- loop ski
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
skilopen |
loop (...) ski
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van skilopen
- Ik loop ski.
- gebiedende wijs van skilopen
- Loop ski!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van skilopen
- Loop je ski?
Gangbaarheid
- Het woord loop ski staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.