locatiedirecteur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  locatiedirecteur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lo·ca·tie·di·rec·teur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  locatie zn  en  directeur zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	locatiedirecteur	locatiedirecteurs locatiedirecteuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de locatiedirecteur m

1. (beroep) leidinggevende van een bepaalde vestiging van een bedrijf of organisatie

   ▸ Shell heeft nog geen idee wat de oorzaak is van de brand van gisteren in Moerdijk. "We hebben niet eens het begin van een idee", zegt de locatiedirecteur van Shell, Paul Buijsingh.

   ▸ In de loop van de middag konden drie meisjes weer naar huis. De vierde lag rond 16.00 uur nog in het ziekenhuis, zegt locatiedirecteur Dirk Visser van het Bornego College. Hun toestand is volgens hem nooit zorgwekkend geweest. Ze zijn alle vier door de politie gehoord.

Gangbaarheid

• Het woord locatiedirecteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.