lobbyist

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lob·by·ist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lobbyist lobbyisten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de lobbyistm

  1. (politiek) (beroep) iemand die deelneemt aan pressiegroepen
    • oud-topman van failliete bank is lobbyist voor financieel centrum!!! 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be