linnenkamer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

linnenkamer
Uitspraak
Woordafbreking
  • lin·nen·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord linnenkamer linnenkamers
verkleinwoord linnenkamertje linnenkamertjes

Zelfstandig naamwoord

de linnenkamerv / m

  1. ruimte in een inrichting waar men het beddengoed en de handdoeken bewaart; vertrek voor het oorspronkelijk van linnen vervaardigde kleding- of beddengoed
     Toen toonde hij hun een voor een de ziekenzalen, de provisiekamer, de linnenkamer, daarna de kachels, die van een geheel nieuwe constructie waren, de wagentjes waarop men geruisloos allerlei noodzakelijke dingen door de gangen kon vervoeren en nog veel meer.[2]
     De hoge werkdruk wordt volgens velen ook veroorzaakt doordat aparte schoonmaakdiensten zijn geschrapt, net als aparte 'huiskamerdiensten'. Ook is er in veel tehuizen geen apart personeel meer voor de linnenkamer.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Anna Karenina” op Wikipedia (1877), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028276062
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2022 Weblink bron “Enquête: valpartijen en ondervoeding in verpleeghuizen” (29-11-2014), NOS