liefdesnacht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lief·des·nacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord liefdesnacht liefdesnachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de liefdesnachtm

  1. nacht waarin men de liefde bedrijft
     'Ja, geachte kameraad vicomte,'zei hij, ondanks de woorden zonder enige spot in zijn toon, 'je hebt je liefdesnacht doorgebracht bij standverwanten.'[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535