liëren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- li·ë·ren
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
liëren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
liëren |
lieerde |
gelieerd |
zwak -d | volledig |
- een vertrouwelijke verbintenis met iemand aangaan; een vertrouwelijke band hebben
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord liëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "liëren" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be