Naar inhoud springen

leliaard

Uit WikiWoordenboek
  • le·li·aard
enkelvoud meervoud
naamwoord leliaard leliaards
verkleinwoord - -

de leliaardm

  1. (geschiedenis) (pejoratief) Vlaming die in de middeleeuwen de kant van de Franse koning koos
    • Hun troepen veroverden eerst het kasteel van Jan van Sijsele, die net als Jan van Gistel veel belastingrechten op de stad kon laten gelden en als leliaard gehaat was. [2]
10 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[3]