klauwaard
Uiterlijk
- klauw·aard
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klauwaard | klauwaards |
verkleinwoord |
- aanhanger van de Vlaamse beweging
- lid van de lagere burgerstand in de middeleeuwen
- ▸ " "Heer Graaf," riep Breydel juichend, "ik weet juist een mijner goede vrienden: de warmste Klauwaard van Vlaanderen.[3]
- ▸ Onderwijl was De Mortenay bezig met de genade van de grijze Vlaming te verzoeken, maar Van Gistel, die deze Klauwaard een bijzondere haat toedroeg, gaf voor dat hij een der belhamels was en zich het meest tegen de Franse beheersing verzet had.[3]
- inhalig persoon
- [2] liebaard
- [2] leliaard
- Het woord klauwaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ klauwaard op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ 3,0 3,1 “De leeuw van Vlaanderen” (1838), Davidsfonds/Clauwaert, ISBN 9063063334