lekkernij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lek·ker·nij
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van lekker met het achtervoegsel -nij, aangetroffen sinds de 14e eeuw. [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord lekkernij lekkernijen
verkleinwoord lekkernijtje lekkernijtjes

Zelfstandig naamwoord

de lekkernijv

  1. (voeding) iets lekkers
    • We kregen veel lekkernijen aangeboden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen