leest na

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leest na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
nalezen

leest na

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nalezen
    • Jij leest na. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nalezen
    • Hij leest na. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van nalezen
    • Leest na! 


Gangbaarheid