lambrekijn

Uit WikiWoordenboek
[1] een hemelbed waarvan de bevestiging aan de hemel schuilgaat onder een lambrekijn
[2] Lambrekijn van het wapenschild van Michel de Montaigne
[3] Een met lambrekijns afgewerkte woning in Réunion op Wikipedia (nl)


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lam·bre·kijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lambrekijn lambrekijns
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de lambrekijnm

  1. versiering van een horizontale rand met geschulpt afhangend textiel
     Rondom hingen gordijnen, waarvan de bevestiging aan de hemel schuilging onder een lambrekijn; de zomen waren afgezet met passementen.[3]
  2. (heraldiek) versiering die vanaf het helmteken om een wapenschild afhangt
     Het wapen van dat dorp, een ossehoofd keel op veld argent, met helm en lambrekijn, verscheen in huis op menig voorwerp aangebracht.[4]
  3. (bouwkunde) versiering van een horizontale rand met in steen of gips nagebootst geschulpt afhangend textiel
     Hier heeft het zolderraam een geschulpte bovenrand en een lambrekijn, zoals ook te zien is bij Nieuwestad 156 (1756).[5]
Schrijfwijzen
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. lambrekijn op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 februari 2020 Weblink bron
    Lien Vansteenbrugge
    “De consumptierevolutie in het vroeg 19e-eeuwse Brugs advertentiewezen”, licentiaatverhandeling (2007), Universiteit Gent, p. 150
  4. Bronlink geraadpleegd op 20 februari 2020 Weblink bron Het oude huis in: Verzameld werk. Deel 7. (1978), Meulenhoff Nederland, Amsterdam, ISBN 90 290 0786 9, p. 529
  5. Bronlink geraadpleegd op 20 februari 2020 Weblink bron
    Ronald Stenvert e.a.
    “Monumenten in Nederland. Fryslân.” (2000), Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist / Waanders Uitgevers, Zwolle, ISBN 90 400 9476 4, p. 210